', 'stichtingvalideringexamensmbo.nl'); ga('send', 'pageview');
Exameninstrumenten zelf contrueren? Het stappenplan voor route 2 wijst scholen de weg.
Route 2 gaat over zelf valide exameninstrumenten construeren:
Uit route 2 kunnen 3 soorten valide exameninstrumenten voortkomen:
Als scholen in route 2 zelf valide exameninstrumenten construeren, volgen zij de afspraken in route 2. In dit document is beschreven wat de afspraken zijn en wordt aan de hand van een aantal stappen toegelicht waar een school in route 2 aan moet voldoen. Het gaat over de totstandkoming van zowel exameninstrumenten voor beroepsgerichte instellingsexamens voor kwalificaties, examens voor keuzedelen waar een certificaat aan verbonden is en generieke instellingsexamens[1]. Alleen wanneer alle stappen in dit document worden gevolgd, kan een school komen tot een valide exameninstrument in route 2.
De afspraken binnen route 2 hebben betrekking op zowel het proces van construeren en vaststellen als op de inhoud van het exameninstrument, het product. Daarbij geldt dat een deel van de afspraken schoolbreed ingevuld kan worden en een deel van de afspraken specifiek per exameninstrument invulling krijgt. Dit is mede afhankelijk van de wijze waarop een mbo-school het constructieproces heeft ingericht. Scholen bepalen zelf hoe zij de stappen organiseren binnen de school. De inhoud ‘het wat’ van de stappen moet geborgd zijn. Scholen onderbouwen de gemaakte keuze in een verantwoordingsdocument.
[1] Ze zijn niet van toepassing op de centrale examens, examens voor keuzedelen waaraan geen certificaat is verbonden en de verplichte externe examinering van beroepsvereisten.
De stappen:
Wanneer wordt gekozen om binnen route 2 exameninstrumenten te construeren, moet zijn geborgd dat de school volgens de collectieve afspraken voor het construeren en vaststellen van exameninstrumenten (2024) werkt. De afspraken worden geoperationaliseerd met de proces- en organisatie-eisen uit de norm als referentiekader. Om aan te tonen dat er sprake is van borging, verantwoordt de school zich over de wijze waarop dit is gebeurd. Deze verantwoording kan voor de school of per (cluster) van opleiding(en) worden vastgelegd. Dit is afhankelijk van het niveau waarop de school de afspraken maakt. Scholen dienen zich over onderstaande punten in de tabel te verantwoorden, dat kan in een apart document of bijvoorbeeld in het handboek examinering en/of examenverslag.
In het document met de collectieve afspraken voor het construeren en vaststellen van exameninstrumenten (2024) vind je toelichting op de bovenstaande punten.
Controleer of het exameninstrument voldoet aan de producteisen uit de norm voor valide exameninstrumenten. Mbo-scholen hebben met elkaar afgesproken dat zij alle criteria van de producteisen volgen. Om aan te tonen dat dit geborgd is, verantwoordt de school zich hierover. Deze verantwoording wordt op het niveau van elk afzonderlijk exameninstrument vastgelegd. Er is een 1 op 1 relatie te leggen met de producteisen uit de norm. De school kan hierbij gebruikmaken van de vaststellingslijst examens van het Kennispunt Onderwijs & Examinering[4].
[4] Vaststellingslijst examens van het Kennispunt Onderwijs & Examinering.
Scholen onderbouwen zelf op welke wijze zij voldoen aan de collectieve afspraken (stap 1) én de productnorm (stap 2) en leggen dit vast in een verantwoordingsdocument.
Voor het verantwoorden van de productnorm is de volgende informatie noodzakelijk voor een complete onderbouwing:
Daarnaast moeten de vaste gegevens per exameninstrument beschreven zijn:
[5] Zie toelichting op representatief examineren in de producteisen van de norm voor valide exameninstrumenten op www.onderwijsenexaminering.nl .
[6] Zoals toegelicht in de producteisen van de norm voor valide exameninstrument, waaronder beoordelingsvoorschrift en beoordelingsmodel scoremodel.
[7] Wanneer instellingsexamens geconstrueerd zijn voor generieke eisen Nederlands/Engels, kan 1 examen voor meer crebo’s van toepassing zijn. Als dat het geval is, vul dat dan in.